Céline reed op haar merrie over de straten. De merrie wasniet meer zo onrustig en briesde. De torenvalk was in het bos gebleven, hij vond het hier nooit fijn. Céline dacht even na en keek rond. Het was er nu nog rustig, soms was het helemaal niet rustig. Ze luisterde naar de hoefstappen op de straat, heerlijk geluid...